In 1970 zie ik het levenslicht in Brugge.

Daar ben ik de vijfde in de rij. Ik groei er op in de Polders tussen de boeken en de Noordzeewind. Die mis ik als ik naar Leuven trek. Ik studeer Germaanse Filologie en na een paar omzwervingen woon ik opnieuw in de studentenstad samen met twee prachtige zonen. In een secundaire school geef ik Duits en Nederlands.

Na een halve eeuw heb ik heel wat geleerd, met vallen en opstaan. Schrijven over wat je meemaakt, kan helend zijn. Zichtbaar worden is een heel proces en het is gezond om onuitgesproken gevoelens te verwoorden.

‘Als je iets doet, doe het liefdevol’,
is mijn motto.

Gaandeweg wordt mijn leven lichter
en word ik dichter.

Als leerkracht doe ik het al meer dan dertig jaar:

ik heet jongeren welkom aan de deur van mijn leslokaal. Ik geef mee dat ze erbij horen met alles-erop-en-eraan. Dank zij mijn hoogsensitiviteit voel ik wat ze nodig hebben en ze gunnen me vaak onbewust een kijkje in hun rugzak.

Als de dokter me vertelt dat de bobbeltjes in mijn nek heus niet zo onschuldig zijn als ze al die jaren hebben beweerd, neem ik een beslissing. Deze crisis is ook een kans. Ik grijp die met beide handen. Hoe zou het zijn om de rest van mijn leven aan mijn missie te wijden? Heb ik niet altijd al graag geschreven en voorgelezen? Mensen in de spreekwoordelijke bloemetjes zetten, hun lof zingen op bijzondere momenten.

De wereld wordt beslist een mooiere plek
als we tonen hoe mensen ons inspireren.

Door loepzuiver en met humor de zwaardere dingen te verwoorden, worden we ons bewust van onze kracht en onze groei. Zo komen we tot bloei.

Na de diagnose is er dus tijd voor een nieuw ambacht. Op een gegeven moment krijg ik de naam van mijn bedrijf cadeau: ‘Wondergieterij’, zoals ik al vele gedichten ‘gekregen’ heb. Van inspiratie gesproken. Lezers voelen zich geraakt; ze staan versteld hoe de juiste toon tot bij mij komt.

Het is magie en alchemie tegelijk.

Ik ben dankbaar voor alle
onvergetelijke ontmoetingen op mijn pad.

Deze beroemde mensen
inspireren me: